Kees en Kees

‘We willen de verduurzaming van de verzekeringsbranche versnellen’

Kees van Steensel en Kees Dullemond zijn duursporters. Samen deden ze twee keer mee met de Alternatieve Elfstedentocht en ze delen nóg een passie: het door hen opgerichte Instituut Verduurzaming Verzekeringsbranche. ‘De verzekeringsbranche kan een substantiële bijdrage leveren aan een duurzame samenleving. Het geeft ongelofelijk veel energie om mensen daarover aan het denken te zetten.’

Toen verzekeraar AXA een jaar of twintig geleden in het Franse Bordeaux een volmachtsessie organiseerde, ontstond er direct een klik tussen Kees Dullemond en Kees van Steensel. Ze vonden elkaar in hun sportieve ambities. Van Steensel: ‘Kees is van origine een marathonloper, ik ben meer een fietser en schaatser. We trokken steeds meer naar elkaar toe en schaatsten onder andere samen de alternatieve Elfstedentocht op de Weissensee in Oostenrijk. Wie de snelste tijd had? Hij, maar Kees had ook veel meer vrije tijd om te trainen’, lacht Van Steensel.

Stroper
De twee hebben niet alleen duursporten als hobby. Ze delen ook hun passie voor duurzaamheid, blijkt uit het online interview met beide mannen. Van Steensel kijkt telkens lachend opzij, als Dullemond vol enthousiasme van zijn stoel springt. Kees van Steensel, die al bijna 35 jaar werkzaam is in het Rotterdamse familiebedrijf Van Steensel Assurantiën, kreeg de liefde voor de natuur mee van zijn vader. ‘Hij kende de naam van ieder bloemetje uit zijn hoofd, daarnaast was mijn pa een fervent stroper. Hij bracht regelmatig wat te eten mee naar huis, maar zei altijd: we mogen best wat nemen van de natuur, maar moeten ook iets teruggeven.’

Kees Dullemond werkt al meer dan 35 jaar in de verzekeringsbranche als performanceverbeteraar van het intermediair. De Noordwijker ging ooit op reis naar het Afrikaanse Botswana. ‘In de Okavangodelta stond ik op tien meter afstand van een olifant. Op zo’n moment leer je wel respect te hebben voor de natuur. Maar mijn drijfveer voor duurzaamheid komt ook voort uit mijn leeftijd, ik ben 63 en maatschappelijke betrokken. Als ik lees over oorlogen, de opwarming van de aarde, de afname van de biodiversiteit, de onrechtvaardige verdeling van de welvaart en de verschrikkelijke manier waarop we omgaan met immigranten en vluchtelingen, dan kan ik daar behoorlijk emotioneel van worden. Het is hoog tijd dat we de wereld verbeteren. Niet voor onszelf, maar voor onze kinderen en kleinkinderen.’

INSVER
In april 2021 startten Van Steensel en Dullemond met een verkenning van de status van duurzaamheid in hun eigen bedrijfstak, de verzekeringsbranche. Daarnaast zochten ze contact met MVO Nederland en Green Business Club Nederland, bedrijvennetwerken van duurzame ondernemers, en SDG Nederland, een community van organisaties die zich inzet voor de “Sustainable Development Goals”. Dit zijn 17 doelen die de bij de Verenigde Naties aangesloten landen hebben afgesproken om van de wereld in 2030 een betere plek te maken. De conclusie was helder, vertelt Dullemond. ‘Er kan veel meer gedaan worden dan nu gebeurt. Op zich is dat ook wel logisch, want de verzekeringsbranche loopt altijd achter de ontwikkelingen aan. Je kunt tenslotte niet iets verzekeren dat nog niet bestaat. Tegelijkertijd kan en moet de verzekeringsbranche een substantiële bijdrage leveren aan een duurzame samenleving.’
Het idee ontstond om iets in de markt te zetten dat de verzekeringsbranche daarbij een handje kon helpen. Het leidde tot de oprichting van het Instituut Verduurzaming Verzekeringsbranche (INSVER). ‘We willen de verduurzaming van de verzekeringsbranche versnellen. Daarnaast willen we een bijdrage leveren aan de verduurzaming van Nederland’, zegt Van Steensel, die in 2008 als bestuurslid van de NVGA al bezig was met duurzaamheid. ‘Tijdens branche-overleggen merkte ik dat men in de voedsel-, afval-, en autobranche veel verder was met duurzame ontwikkelingen. De verzekeringsbranche is hyperconservatief en natuurlijk is dat in sommige opzichten goed. Maar we kwamen in onze markt bij wijze van spreken niet verder dan het terugdringen van de fysieke papierstromen en dachten dat onze rol daarmee klaar was.’

Circular challenge
In zijn eigen bedrijf geeft Van Steensel tegenwoordig het goede voorbeeld. Alle bedrijfsauto’s zijn elektrisch, het dak van het Rotterdamse bedrijfspand ligt vol zonnecellen en de uitstoot van CO2 wordt gemonitord, zodat men weet hoe groot de footprint van het assurantiekantoor op de wereld is. En tijdens een ‘circular challenge’ werd het bedrijf onlangs op alle fronten doorgelicht op duurzaamheid. Van Steensel: ‘We gaan ons pand verder verduurzamen, er komt onder andere een nieuw verwarmingssysteem.’ Ook bij zijn eigen huis, dat momenteel wordt gebouwd, staat duurzaamheid voorop. ‘Het wordt een passief huis, dat geen energie verbruikt maar oplevert. Het wordt optimaal geïsoleerd en via betonkernactivering verwarmd. Uiteraard komen er zonnecellen op het dak, wij krijgen een grondwaterpomp en het regenwater gaan we hergebruiken.’
Bij de toepassing van al die nieuwe technologieën loopt Van Steensel wel direct tegen een probleem aan. Want zaken verzekeren die met duurzaamheid te maken hebben, blijkt nog niet zo eenvoudig. ‘Mijn eigen verzekeraar stond niet de juichen bij de aanleg van ons indaksysteem (waarbij de zonnepanelen tussen in plaats van op de dakpannen liggen, red.). Ik denk dat verzekeraars hun houding ten opzichte van de transitie moeten veranderen. Ze moeten niet uitgaan van “wij kunnen dat niet verzekeren”, maar oplossingen zoeken hoe ze het risico wél kunnen verzekeren’. Zo is het nauwelijks mogelijk om laadpalen voor elektrische auto’s in parkeergarages te verzekeren. Maar verzekeraars weten toch ook dat over vijf jaar de meeste mensen elektrisch rijden? Kom dan nú met een oplossing, want de risico’s die een transitie met zich meebrengt moeten toch ook gewoon verzekerd worden? Wat mij betreft toetst de Eerlijke Verzekeringswijzer, die periodiek het beleggingsbeleid van de negen grootste verzekeringsgroepen in Nederland beoordeelt, te veel op de beleggingssfeer en te weinig op initiatieven om verzekeringsproducten duurzaam te maken.’

Kenniscentrum
Sinds de oprichting van INSVER krijgen Van Steensel en Dullemond veel vragen vanuit het bedrijfsleven om hen te helpen in de gesprekken met verzekeraars, bekent laatstgenoemde. ‘Met onze hulp hopen zij duurzame zaken als bouwmaterialen, zonnecellen en laadsystemen, die nu niet te verzekeren zijn, wél verzekerd te krijgen. Ik denk dat ons instituut daarin een belangrijke rol kan spelen. Hoe? Door een platform, een kenniscentrum en een ontmoetingsplaats te zijn voor iedereen in de verzekeringsbranche. Met kennis, informatie, ervaringen, best practices en allerlei praktische tools en formats gaan we bedrijven stimuleren en ondersteunen om verduurzaming op een hoger level te brengen.’
Volgens Dullemond heeft een duurzaam bedrijf nu nog een concurrentieel voordeel. ‘Over vijf jaar is duurzaamheid echter business as usual en werk je jezelf uit de markt als je niet duurzaam bent. Daarnaast komen er onherroepelijk duurzame verzekeringsproducten op de markt. Voor gevolmachtigden is het belangrijk te weten hoe die producten kunnen worden gebruikt in de advisering richting klanten. Maar de adviseurs hoeven beslist geen expert te worden in duurzaamheid. Liever worden ze een nóg betere vakman in het inschatten van risico’s en het bieden van zekerheid en veiligheid.

Energie
Het duo krijgt veel positieve reacties op de oprichting van INSVER, zegt Van Steensel tot slot. ‘We worden vooral benaderd door bedrijven buiten de verzekeringsbranche. Die staan echt te springen om duurzame ontwikkelingen mogelijk te maken met verzekeringen. Dat enthousiasme heeft ons niet alleen verrast, de roep om hulp heeft ons óók veel energie gegeven. Bij lezingen binnen de verzekeringsbranche hoor ik kritische mensen uiteindelijk best vaak zeggen: ‘je hebt mij toch aan het denken gezet.’ Het zou mooi zijn als wij met INSVER mensen met verstand van duurzaamheid bij elkaar kunnen brengen om duurzame verzekeringsoplossingen te bedenken.’
‘Ik ben enorm gedreven om de Sustainable Development Goals te realiseren”, vult Dullemond aan. “In persoonlijke contacten probeer ik altijd een zaadje te planten. Het geeft ongelofelijk veel energie als je een gesprekspartner aan het denken kunt zetten over duurzaamheid. Er is nog veel nodig om de markt in beweging te krijgen, maar wij zijn ervan overtuigd dat het gaat lukken. De tijd is er rijp voor, het is gewoon een kwestie van volhouden. Net zoals een schaatstocht van 200 kilometer.’

[Tekst: Martin Veldhuizen. Dit artikel stond ook in NVGA Magazine december 2021)

 

Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.